Het is donderdag 26 augustus, anderhalf jaar geleden. Ik rij rond elf uur in de avond naar huis van het ziekenhuis, waar ik mijn lief en ongeboren zoon achter heb moeten laten. Ze is opgenomen wegens complicaties en de kans is groot dat ze mijn zoon met 33 weken moeten gaan halen.
Ik realiseer me dat dit de komende weken het ‘nieuwe normaal’ zal zijn: op en neer naar het ziekenhuis. Ik realiseer me ook dat ik me grote zorgen maak om ons ongeboren kind. Gaat dit goedkomen en hoe zal hij hieruit komen?
Wetende dat het wellicht onverstandig is en dat ik daarmee vooral ook mijn eigen emotie versterk, draai ik in de auto naar huis het prachtige lied van Kees Torn, over het doodgeboren dochtertje van zijn beste vriendin:
‘Je had eens moeten weten, lieve schat
Wat voor engel voor een moeder
Wat een bof jij met je moeder had gehad
Van alle dagen was er tot nu toe niet een zo zwart
Als die dag waarop jij van haar buik terugkroop in haar hart
Je had eens moeten weten, kleine
Je had eens moeten leven’
***
Nu, anderhalf jaar later, ben ik de trotse vader van een prachtige gezonde zoon.
Ik denk veel terug aan deze dagen; de dagen net voor zijn geboorte. De dagen waarin mijn lief verder wegzakte in haar zwangerschapsvergiftiging en steeds zieker werd. Het waren ook de dagen waarin we samen op de twintig vierkante meter van de verloskamer toeleefden naar de geboorte van onze zoon. Pijn en vreugde, leven en angst kwamen ontzettend dicht bij elkaar.
Ik vraag me wel eens af of ik deze dagen voldoende verwerkt heb. Wat doet het met mijn vaderschap dat zijn start met zoveel zorgen was omgeven? Soms merk ik namelijk dat mijn ‘emmertje zorgen’ vol lijkt te zijn. Dat ik even niet wil horen dat Merlijn koorts heeft, of iets anders. Wat vaak onschuldig is en overgaat, maar toch. Ik wil het even niet horen. Het emmertje is vol.
Hierin heb ik iets te doen. Ik praat hierover met mijn lief. En ook met anderen. Gelukkig ook steeds meer met andere mannen. Mannen hebben andere mannen nodig om uiting te geven aan hun verdriet en hun zorgen. Mannen hebben mannen nodig.
Even geleden hadden we een bevriend stel op bezoek, en we hadden het over de geboorte van Merlijn. En over de zorgen die ik daarbij gehad heb. Over Merlijn en zeker ook over mijn lief. Dit stel had iets vergelijkbaars meegemaakt en toen ik deze andere vader in de ogen keek voelde ik me gezien en begrepen. We weten allebei hoe het is om je rondom de geboorte ontzettend zorgen te maken om je lief en je kind. Daar spraken we over en in elkaars ogen zagen we het begrip, en de heling.
Vaders hebben vaders nodig.