Mannelijke angst
𝘐𝘬 𝘣𝘦𝘯 𝘣𝘢𝘯𝘨
‘Waarvoor dan, Martijn?’ .
Mijn eerlijke antwoord: ik ben bang om aan anderen te vertellen waar ik nu echt bang voor ben. Ik heb de overtuiging dat als ik dit doe, als ik deel waar ik echt bang voor ben, dat mensen dan weggaan. Dat ze afhaken, een oordeel hebben, mij incompetent vinden en me uit gaan lachen.
De overtuiging dat we onze angsten diep verborgen moeten houden wordt bij de meesten van ons in de jeugd zorgvuldig ingeprent. Bij deze enkele voorbeelden van hoe dat bij mij ging:
– ‘Je bent toch geen mietje!’ (toen ik schrok van een spin op mijn slaapkamer);
– ‘Ben je nou nog steeds bang in het donker?;
– ‘Je laat je toch niet kennen zeg! Nee, morgen gewoon weer naar school ook al staan ze je op te wachten’
Angst moet gecontroleerd en weggestopt worden. En zo werd ik ‘hard’ aan de buitenkant.
Maar hard zijn aan de buitenkant heeft als gevolg dat je je binnenkant niet meer aan anderen laat zien. Wanneer we dat maar lang genoeg volhouden, vergeten we 𝘻𝘦𝘭𝘧 dat we deze binnenkant hebben en verliezen we het contact met onszelf. We zouden er dan zowaar in kunnen gaan geloven dat we inderdaad geen ‘mietje’ zijn.
Goed, ik ben dus een mietje. Daar heb ik blijkbaar mee te leven, want ik ben bang. Ik leef met mijn angst, ik probeer deze niet te onderdrukken. Ik luister ernaar en verken wat mijn angst mij vertelt. Soms verduur ik de angst gewoon. Dan mag het er zijn en hoef ik er even niets mee. Op andere moment deel ik mijn angst. Ook dat kan heel bevrijdend werken en het mooie ervan is dat je daarmee impliciet je omgeving uitnodigt om hetzelfde te doen.
Weet je waar ik op dit moment echt bang voor ben, en wat ik (eigenlijk) niet durf te delen? Dat mijn eigen coachpraktijk waar ik zo hard en met veel plezier aan werk uiteindelijk niets wordt. Wat als er niemand op mij als mannencoach zit te wachten?
Mijn neiging is nu voortdurend om te doen alsof ik daar niet bang voor ben, alsof het mij niets doet als het een langzame dood sterft. Maar dit wil ik niet meer. Ik leef met deze angst en toch doe ik waarvan ik vind dat ik het te doen heb. Omdat het mijn roeping is.
Ik volg mijn roeping en coach mannen. Niet omdat ik ervan overtuigd ben dat ik hier een succes van maak, laat staan dat ik ga 𝘥𝘰𝘦𝘯 alsof ik daarvan overtuigd ben. Maar juist omdat ik mijn eigen angst aankijk en verduur. 𝘖𝘮𝘥𝘢𝘵 ik daar zo’n mooie en vaak ook moeilijke weg in gegaan ben. 𝘖𝘮𝘥𝘢𝘵 ik hier, door ervaring en scholing, expertise op heb. Het is een spannende weg, maar ik ken de route.
Mannen hebben mannen nodig, dat zeg ik vaak en vol overtuiging. Mannen hebben mannen nodig die met hun angst tevoorschijn durven komen tegenover andere mannen. Ik maakte de transitie van oppervlakkige hardheid naar mannelijke angst.
Welke transitie wil jij maken? En hoe kan ik je daarbij helpen? 𝙒𝙚𝙚𝙨 𝙬𝙚𝙡𝙠𝙤𝙢 𝙢𝙖𝙣!